Over mijn werk:
Als kunstenaar onderzoek ik hoe de mens zich tot zijn omgeving verhoudt — een omgeving gevormd door zowel natuurlijke processen als maatschappelijke structuren. Mijn aandacht gaat daarbij uit naar de condition humaine en de spanningsvelden die daarin besloten liggen: tussen autonomie en verbondenheid, kwetsbaarheid en kracht, tijdelijkheid en continuïteit.
Materiaal en thematiek komen samen in een beeldende praktijk waarin ik werk met natuurlijke materialen en plantaardige vormen. De relatie tussen mens, natuur en samenleving staat daarin centraal. De natuur en de condition humaine vormen daarbij de rode draad.
Sinds het behalen van mijn MFA in Video and Sound Installations aan het Sandberg Instituut in Amsterdam in 2000, heeft mijn werk zich ontwikkeld richting cut-outs en objecten, geknipt uit papier, metaal of appel-leer. Daarnaast maak ik fijne potloodtekeningen op plantenbladeren.
Met behulp van een zelf ontwikkelde techniek ontkleur, droog en preserveer ik de plantenbladeren, zodat ik ze kan inzetten als drager voor mijn tekeningen.
Zo ontstaat er een visuele en conceptuele verweving van natuurlijke vergankelijkheid en menselijke kwetsbaarheid, waarin materiaal en thematiek elkaar versterken.
Hier onder vertel in over mijn werk in een interview met KunstnetTV van juni 2024.
Technische uitleg bladtekeningen:
Elk blad wordt in een mixtuur geplaatst dat zijn zachte weefsel oplost. Daarna wordt het gedroogd en blijft alleen het ondersteunende weefsel over, dat is cellulose.
Cellulose is een vezel (polysacharide) die de plant stevigheid geeft. Cellulose is bij normale luchtvochtigheid een zeer duurzaam materiaal.
Het bekendste voorbeeld: de papyrustekeningen uit het oude Egypte.
Ingelijst en bewaard bij kamertemperatuur is de levensduur van de bladtekeningen gelijk aan olie- of acrylschilderijen
en tekeningen op papier.
Zoals bij alle kunstwerken, raad ik ten zeerste aan om de bladtekeningen niet te hangen in direct zonlicht of te plaatsen bij een hoge luchtvochtigheid.
©Gígja Reynisdóttir